Klagen met Krouwels – Fooi
Fooi. Het extra zakcentje dat we geven aan jongens en meiden die voor een hongerloontje hard werken in het zonnige weekend, om Haarlemmers een drankje te serveren. En wij hebben deze maand al gezellig lopen terrasstoelen-dansen op de Grote Markt en Klokhuisplein. Hoeveel fooi geef jij dan? Gul of gierig?
In de Haarlemse horeca zijn de witte envelopjes zwart geld een significant aandeel in het inkomen, zeker voor jongeren. Maar de fooien dalen. De basis van tien procent is echt verleden tijd. NRC wees vorige maand het pinapparaat als schuldige aan. Hierdoor zou de fooi regelmatig simpelweg vaker vergeten worden. Ik twijfel daar aan.
Gierigaards zijn er ook. Vorige week rekende ik af met een man op zo’n terras: “49 euro, 10 alstublieft.”
“Doe maar 52,50!” riep de man enthousiast.
En dit is echt een trend. Horecagasten hebben opeens in hun hoofd dat iets met ‘2,50’ een rond getal is, maar dat is het natuurlijk niet. 2,50? Alsof we nog met rijksdaalders werken.
Of dit nou veel of weinig is laat ik even in het midden.
Maar had dan gewoon gezegd: “Doe er maar twee euro bij, joh.”
Dat was dan nog handig geweest.
Intussen zelfscan ik mijn boodschappen in de Grote Houtstraat. Het enige 50 centje in mijn zak geef ik aan de Straatkrant-verkoper. Die halve euro had hij niet gekregen via mijn pinpas, of hij nou met een contactloos pinapparaat stond te zwaaien of niet. Fooitjes zijn voor het overgrote deel kleingeld. En kleingeld is gewoon passé.
Hoe zouden ze dat doen bij restaurants waar je alleen maar kunt pinnen? Verdelen ze de fooi daar per Tikkie? Ik denk dat ze dan voor het personeel met de bedrijfspinpas de gepinde fooi moeten pinnen. Maar pin me er niet op vast.
Ik haal nog snel een dubbele espresso to-go.
“Doe maar 3,42 joh!”
Ik ben een trendzetter.
Moedige Haarlemmers: Kenau en Ripperda. Redacteur Marwa vraagt zich af wat zij hebben betekend voor Haerlems Bodem?