Kinderwagen memoires

Het blijft toch bijzonder om met mijn zoon in de kinderwagen door de stad te lopen. Het levert me allemaal dingen op die ik normaal helemaal niet krijg, zoals vriendelijke knikjes of ontwapenende gimlachjes of zelfs een ‘goedemiddag’. En als er ruimte is op de weg voor 1 persoon tegelijk gaan mensen lachend aan de kant of springen ze knipogend opzij. Een kinderwagen is een soort bulldozer die liefde achterlaat.

Maar het is ook wel eens lastig, niet iedere straat in mijn wijk is even kinderwagenvriendelijk. Met een rij van 7 fietsen tegen een huis is de stoep regelmatig gebarricadeerd, als je eerder op de route al niet bent gestrand op loszittende tegels of onhandig geplaatste straatlantaarns. De betonnen jungle vraagt om inventiviteit en een goed humeur. Voor dat laatste hoef ik uiteraard alleen maar even omlaag te kijken.

Onderweg tref je 2 type mensen, omdraaiers en doorlopers. Ik was altijd een doorloper, maar betrap mezelf er steeds vaker op dat ik een omdraaier ben geworden. Sinds ik verantwoordelijk ben voor het besturen van een kinderwagen, ben ik ook gefascineerd door andere kinderwagens. Omdraaiers zijn mensen die na het passeren van de kinderwagen hun hoofd 180 graden draaien om een glimp op te vangen van de inhoud van de kinderwagen die ze passeren. Enerzijds getriggerd door de vraag hoe-zou-het-kind-van-die-gast-er-in-godsnaam-uit-zien, maar anderzijds simpelweg vanwege het geluk dat een baby je bezorgt. En al is het maar een fractie, de grote onschuldige ogen van een baby geven een kleine shot geluk aan het brein dat verder die dag gevuld is met werk, stress en gezeik.

Sommige omdraaiers gaan nog een stap verder en proberen contact te maken. Zij gaan voor de full experience. Alsof ze VIP kaarten hebben.

En mijn zoon ondergaat het allemaal. Als mensen boven de kinderwagen hangen en met verhoogde stem ‘hallo, hallo’ zeggen, kijkt hij ze strak aan. Geen emotie. Rustig sabbelend op zijn speen. Je ziet hem denken; ‘waarom praat je tegen mij?’ Soms kijken mensen dan naar mij met een hoofd van ligt-het-aan-mij-of- gaat-hij-nog-lachen? Nou mevrouw, mijn zoon speelt geen theater, dus ja, het ligt aan u. Dat zeg ik niet hoor, ik zeg dingen als ‘ben je weer populair, James?’

Tekst

 
 

OOK LEUK

 

OOK LEUK

ADVERTENTIE

VOLG ONS

 
Vorige
Vorige

Verbonden door geschiedenis: Keti Koti in Haarlem

Volgende
Volgende

Muzikale reis van Ben Howard