Verbonden door geschiedenis: Keti Koti in Haarlem

Keti Koti. De meeste Haarlemmers zullen het wel kennen. Het is de dag waarop men viert dat slavernij volgens de wet verboden werd. 1 juli 1863. Een belangrijke dag voor veel Surinamers in Nederland. De dag waarop vrijheid, gelijkheid en verbondenheid worden gevierd en het slavernijverleden wordt herdacht. In Amsterdam wordt Keti Koti vrij uitgebreid gevierd; zo vindt al jaren de officiële herdenkingsceremonie plaats in het Oosterpark. Maar hoe staat Haarlem eigenlijk tegenover de viering van Keti Koti? En wat gebeurde er in deze stad rond de tijd van de slavernij? Redacteur Marwa zoekt het Haarlemse verleden én heden rondom 1 juli voor je uit.

Robin Raveles

‘Eén boom
zovele bladeren
maar één boom’

Dit is de eerste zin uit het gedicht van Robin Raveles, genaamd ‘Wan Bon’; een bekend gedicht uit het Sranan dat terecht op Keti Koti wordt aangehaald. Het gedicht is een ode aan de Surinaamse nationaliteit en veel Surinamers in Nederland zijn er bekend mee. Om te begrijpen waarom dit gedicht een belangrijk symbool is, is het van belang om wat te weten over de geschiedenis van veel Surinaamse families in Nederland.

Slavernij in Haarlem: Een deel van onze geschiedenis

Laten we even terug de tijd in; het is ergens in de 17e/18e eeuw en Haarlem speelde, net als andere Nederlandse steden, zeker een rol in de slavenhandel en de economische activiteiten die daar bij kwamen kijken. Er waren individuen die dik profiteerden van de slavernij. Sommige Haarlemse handelsfamilies staken flink wat poen in de West-Indische Compagnie. Ook waren ze betrokken bij de handel in producten afkomstig van slavenplantages, en waren sommigen zelfs eigenaren van plantages in de Nederlandse koloniën, zoals Suriname en de Nederlandse Antillen. 

Daarnaast heeft het slavernijverleden ook fysieke sporen nagelaten in Haarlem. Sommige historische gebouwen in de stad zijn gebouwd met materialen die afkomstig waren van plantages, zoals hout en bakstenen. Deze gebouwen zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar en herinneren ons aan de betrokkenheid van Haarlem in de tijd van de slavernij. Een voorbeeld hiervan is ons sprankelende, luxueuze, betoverende, uiterst majestueuze provinciehuis; Paviljoen Welgelegen. Stiekem gewoon heerlijk gefinancierd met opbrengsten uit de slavernij, in opdracht van de Amsterdamse bankier Henry Hope. Eerder schreven we op Haerlems Bodem al een uitgebreid artikel over deze geschiedenis.

Hoewel de rol van Haarlem in het slavernijverleden misschien niet zo groot was als die van steden zoals Amsterdam en Rotterdam, is het zeker belangrijk om stil te staan bij het feit dat Haarlem ook deel uitmaakte van dit systeem.

 

Beeld uit de voorstelling ‘Ik zeg toch sorry’. Foto: Sanne Peper / de Schuur

 

Keti Koti in Haarlemse context

Terug naar Keti Koti, wat doet Haarlem nu eigenlijk om het slavernijverleden te herdenken? Gelukkig steeds meer. Zo wordt er in het Patronaat een Keti Koti viering georganiseerd; er vindt een dialoogtafel plaats en er wordt mooie muziek gespeeld. Ook wordt er heerlijk eten geserveerd met maaltijden en hapjes die te herleiden zijn naar het slavernijverleden. Daarnaast wordt Keti Koti op 1 juli in de grote tuin van het Frans Hals Museum gevierd. Er zijn workshops, muziek, toespraken en optredens, georganiseerd door Stichting Keti Koti Haarlem. Allemaal in het teken van de Surinaamse en Antilliaanse cultuur en geschiedenis.

Ook de Schuur brengt een uitgebreid programma rondom Keti Koti, met op de dag zelf onder meer de indrukwekkende voorstelling ‘Ik zeg toch sorry’, van Raymi Sambo en Theatergroep Aluin. Tot slot staat in de de PHIL La Festa: een formatie bestaand uit zes professionele muzikanten uit de West-Indië, Nederland, Kaapverdië en Suriname, die weten hoe ze een feestje moeten bouwen. Dat concert is als onderdeel van de Keti Koti viering vrij toegankelijk.

Van links naar rechts: Frederique Janss (penningmeester), Roland de Rooij (voorzitter) en Yoshina Davelaar (secretaris) van Stichting Keti Koti Haarlem. (Bron: https://ketikotihaarlem.nl)

 

Haarlem: Boom met zovele bladeren

Het schrijven van dit artikel bracht bij mij wat ideeën en vooral ook vragen op. Hoewel Keti Koti in de randstad een redelijk platform heeft, geldt dat bij lange na niet voor heel Nederland. Sterker nog, ik was vrij verrast door hoeveel mensen gewoon echt niet bekend zijn met Keti Koti. Waarom is dat zo? De afschaffing van de slavernij is een van de belangrijkste gebeurtenissen van de Nederlandse geschiedenis. Dat gaat iedereen in Nederland aan. Hoe kan het dan zijn dat zoveel mensen hier in Nederland weten van kikken noch mikken als het neerkomt op Keti Koti? 

Zou het te maken hebben met dat Nederland niet graag herinnerd wordt aan haar wreedheden? Of heeft het simpelweg te maken met onwetendheid? Hoe dan ook, Keti Koti zou misschien een officiële feestdag moeten zijn in Nederland.  Ik vind de rest van Ravales’ gedicht perfect beargumenteren waarom; hoewel we hier in Haarlem op zichzelf al duizenden inwoners tellen, delen we alsnog een bepaalde belangstelling voor de plek die we thuis noemen.

‘Eén rivier
zovele kreken
alle op weg naar één zee.

Eén hoofd
zovele gedachten
gedachten om één soort heil.

Eén God
verscheidene te aanbidden
maar één enkele vader

Eén Suriname
zoveel soorten haar
zovele huidskleuren
zoveel aan talen
Eén volk’

Meer weten over het Haarlemse slavernijverleden? Onlangs verscheen ‘Haarlemmers en de slavernij’ bij uitgeverij In de Knipscheer. Meer informatie over dat boek, vind je hier.

Tekst

 
 

OOK LEUK

 

OOK LEUK

ADVERTENTIE

VOLG ONS

 
Vorige
Vorige

Moedige Haarlemmers

Volgende
Volgende

Kinderwagen memoires