Welkom in het geheime domein van de Haarlemse vrijmetselarij

De loge van vrijmetselaars houdt een open avond. Wie wil erheen?” vraagt de hoofdredacteur. Als dochter van een vrijmetselaar weet ik direct dat dit mijn artikel is en dus schiet mijn hand gretig de lucht in. Ik weet er eigenlijk niets van behalve dat mijn vader het vaak over ‘zijn broeders van de loge’ had. Dat klonk mij altijd vreemd in de oren. Wat was dat voor wonderlijke club? Een soort padvinderij voor rijke oude mannen? Eindelijk kreeg ik de kans om eens een kijkje te nemen achter de deuren van het monumentale pand aan de Ripperdastraat nummer 13, waar drie verschillende loges van de vrijmetselarij op diverse avonden van de week bijeenkomen om te….tja wat eigenlijk? We zouden het snel ontdekken.

Meer dan 300 jaar geschiedenis

Maar eerst een stukje voorgeschiedenis. De vrijmetselarij (ook bekend als maçonnerie) is opgericht in de vroeg 18e eeuw, maar bestond eigenlijk al langer, ware het niet in de goed georganiseerde vorm die het nu heeft. Want al in de late middeleeuwen ontstonden in Engeland en Schotland genootschappen die regelmatig als een soort symbolische bouwgilde bijeenkwamen om te vergaderen. Los van staat en kerk en zonder religieus of politiek doel. Echter in 1717 verkozen vier loges een gemeenschappelijke voorzitter (Grootmeester) en werden daarmee één grootloge. In 1723 werden de eerste regels en rituelen voor deze loge officieel vastgelegd. Daarom worden deze jaartallen doorgaans beschouwd als het moment van oprichting. 

Een klein stukje van de rijke geschiedenis in een vitrine

Enge mannen die maagden offeren en bloed drinken?

Al sinds het ontstaan is de vrijmetselarij omgeven met mysterie. Er doen de wildste verhalen over de ronde. Een occulte sekte. Een esoterische kliek enge mannen die maagden offeren en bloed drinken. Een georganiseerde eliteclub waarvan de leden stevig verankerd zijn met de regerende macht in de maatschappij. Die laatste komt misschien nog wel het meest in de buurt van de waarheid. Een aantal voormalig leden van de vrijmetselarij waren ook te vinden in universiteiten als hoogleraar, in rechtbanken als advocaat of rechter en in de politiek als burgemeester, minister of zelfs minister-president (o.a. Mat Herben, Pieter Jelles Troelstra en Willem Drees). Ook koning Willem II was vrijmetselaar. Daarnaast blijken veel kunstenaars en schrijvers zich aangetrokken te voelen tot het geheime genootschap (Eduard Douwes Dekker a.k.a. Multatuli en Jacob van Lennep). Zelfs Albert Heijn (ja, die van de supermarkt) mocht zich lid van het broederschap noemen.

Minder occult dan gedacht

Genoeg geschiedenis. Terug naar ons bezoek. Bij binnenkomst in de loge Ad Lucem et Pacem (opgericht in 1926) worden we vriendelijk welkom geheten door twee gastheren die blij verrast zijn wanneer ze horen dat wij leden van de schrijvende pers zijn. Direct worden we voorgesteld aan het belangrijkste lid van de loge, de voorzittend meester. Wanneer de bijeenkomst begint worden we uitgenodigd plaats te nemen aan een van de tafels die in een U-vorm zijn opgesteld. Hoewel de aanwezige heren wel van een zeker ‘niveau’ zijn, voelen we ons welkom en is de eerste indruk een stuk minder geheimzinnig en occult dan gedacht.

De winkelhaak en passer; het meest bekende symbool van de Vrijmetselaren

Niet één, maar drie hamers worden gebruikt om de bijeenkomst te openen

Een arsenaal van plechtige gewoonten

Dat verandert wanneer de leden wordt gevraagd op te staan, drie mannen met een hamer op tafel slaan en een ingewikkeld rollenspel wordt opgevoerd met het afleggen van een gelofte in zeer formele aanspreekvormen. In de minuten erna worden we getrakteerd op een heel arsenaal van wonderlijk aandoende gewoonten van de ‘broeders’. Zo gaat iedere spreker staan en houdt tijdens het spreken de rechterhand tegen de borst gedrukt. Applaus krijgt de spreker vervolgens in de vorm van goedkeurend geklop op de tafel die de kaarsen in de drie-armige kandelaars doen trillen. Er zijn veel symbolen en symbolische titels en termen die grotendeels gebaseerd zijn op historische steenhouwersgilden en, in mindere mate, op religieuze tradities. Zeer opvallend is het nostalgische (of misschien wel gewoon oubollige) taalgebruik dat tijdens de hele bijeenkomst de boventoon voert.

Het doet allemaal enorm plechtig aan. Wanneer we op een later moment de Werkplaats betreden is de bevreemding compleet. Hoewel de vrijmetselaren zeer duidelijk zijn over het feit dat zij geen religieuze grondslag hebben, zijn het gewelfde blauwe plafond, de gouden symbolen van sterrenbeelden, de zuilen en de houten ‘troon’ voor de voorzittend meester behoorlijk ‘kerkelijk’ imposant.  

Het doet nogal kerkelijk aan

Samen levensvragen onderzoeken

Ondanks de vele ceremoniële handelingen en het hoogdravende taalgebruik, maken de broeders alle bezoekers één ding heel duidelijk: de bedoeling van de vrijmetselarij is niet om te beïnvloeden, te preken of te overtuigen, maar om ieder lid de gelegenheid te bieden vrij te spreken over diverse maatschappelijke onderwerpen en samen levensvragen te onderzoeken. Het doel is om, door middel van het uitwisselen van gedachten zonder mening of oordeel, te groeien als mens. In die groei is sprake van drie stadia: leerling, gezel en meester. Zij vertalen de transformatie in de beeldspraak van een ruwe steen die door te beitelen en te schaven kan transformeren tot een perfecte kubieke vorm. Iedere broeder benadrukt met hoeveel plezier ze elke week naar de bijeenkomsten gaan, hoeveel ze ervan leren en hoe het hen heeft geholpen beter te luisteren en toleranter te zijn. Los van het feit dat er een vrij ingewikkelde hiërarchische structuur is binnen de loge en de landelijke orde van vrijmetselaren, is er vooral sprake van gelijkheid, wederzijds respect, vriendschap en broederschap.

“Ik kan me niet goed voorstellen dat de gemiddelde stratenmaker zich hier snel op zijn gemak zou voelen.”

Om 22.00 uur is de bijeenkomst ten einde. Er wordt ons vol oprechte interesse gevraagd wat we ervan vonden. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen: indrukwekkend, fascinerend, bizar, mooi, gekunsteld, inspirerend. Het heeft me zeker stof tot nadenken gegeven. Ik kan me heel goed voorstellen dat mensen de vrijmetselarij zien als een gedateerd eliteclubje voor hoogopgeleide en belezen jongetjes. Net als mijn vader, zijn de meeste leden NRC- en literatuur lezende, barokmuziek luisterende academici van middelbare leeftijd. Er lopen bovengemiddeld veel directeuren en beoefenaars van vrije beroepen rond. En hoewel de loge in principe toegankelijk is voor iedereen die op zoek is naar waarheid en zelfontplooiing, kan ik me niet goed voorstellen dat de gemiddelde stratenmaker zich hier snel op zijn gemak zou voelen. Ook als je, net als ik, niet veel op hebt met ceremonieel vertoon, is het waarschijnlijk niet echt je ‘cup of tea’.

Een houten troon voor de voorzittend meester

Vrij van dogma’s en doctrine

Aan de andere kant zijn mijn vooroordelen tijdens deze avond voor een heel groot deel in rook opgegaan. Wat ik er persoonlijk ook van van vind, er lijkt geen enkele reden te zijn om de vrijmetselarij te beschuldigen van het beramen van complotten of andere duistere praktijken. Het zijn vrijdenkende mannen (en bij de gemengde loges ook vrouwen) met een bijzondere passie en een nobel doel: het zoeken naar intellectuele verdieping. Daarbij doen ze niet aan dogma’s en doctrine. Ze oordelen niet over elkaar en respecteren elkaars mening. Dat is alleen maar bewonderenswaardig.

Ga zelf ook een kijkje nemen

Ben je nieuwsgierig geworden naar de vrijmetselarij, ga dan gerust eens kijken bij een open avond bij de Haarlemse loge. Je krijgt ontzettend veel informatie en er is alle ruimte om vragen te stellen. Eerst liever zelf wat meer lezen? Op de Wikipedia-pagina is veel informatie te vinden over het onderwerp

Om privacyredenen zijn de aanwezigen niet gefotografeerd en noemen we in het artikel geen namen.

Fotografie: Sandra Reeb-Gruber

Tekst

 

Beeld

 

OOK LEUK

ADVERTENTIE

VOLG ONS

 
Vorige
Vorige

Mendel Talentenshow

Volgende
Volgende

In the Picture: Coster 52