Plek 3 op de irritatielijst
Weet je wat echt irritant is? Moeten poepen in een uitgaansgelegenheid. Ik denk dat het de 3e plek inneemt op de irritatielijst na het welbekende blokje lego onder de blote voet en de aloude kleine teen tegen de bank. Ik spreek uit ervaring.
Ik stond een keer in de grote zaal van het Patronaat bij een optreden van Soulfly. De band zette net We Sold Our Souls to Metal in, toen ik het op voelde komen. In eerste instantie negeerde ik het. Ik kreeg precies op dat moment nog een biertje aangereikt en probeerde het weg te drinken. Maar de focus die net nog zo scherp op de muziek lag, begon zich al snel naar een gesprek in mijn hoofd te verplaatsen.
We sold our souls to Metal!
“Beter ga je gewoon even snel.”
We sold our souls!
“Nee, teveel gedoe.”
We sold our souls to Metal!
“Dan ben je er wel vanaf.”
We sold our souls!
“Ja, maar nee, ik wil mijn plek hier niet kwijt.”
“Je kan ook op de terugweg voor iedereen bier meenemen.”
Mijn eigen redenatie haalde al snel mijn eigen redenatie onderuit en daar ging ik. Ik wurmde me door de menigte heen, stond op een paar tenen en baande me een weg naar de grote zware deur rechts van de bar. Ik deed hem open en rende met twee treden tegelijk de trap op naar de WC.
In de deuropening bleef ik staan, zag vier pissende metalheads tegelijk hun hoofd mijn kant op draaien en ik ontving wat knikjes. Leuk zo’n welkomstcomité, maar kon ik op dat moment echt niet gebruiken. Ik liep snel voorbij de lange pisbak in de richting van de toilethokjes om daar geconfronteerd te worden met tegenslag nummer twee, de toilethokjes van het Patronaat bestaan uit schotjes met deuren die boven en onder open zijn. Ondanks dat ik er al honderden keren naar de WC was geweest, registreerde ik dit nu pas als een probleem. Ik dacht direct: “als ik hier moet poepen, weet iedereen dat, want zowel het geluid als de geur kan ik hier niet verbergen”.
Na een kort gesprek met mezelf, besloot ik toch maar te gaan zitten. En gelukkig, het luchtte gigantisch op. Maar zoals het de wet van Murphy betaamt, als het eenmaal slecht gaat, kan het nog slechter. Toen ik mijn billen wilde afvegen, bleek ik in een toilethokje te zitten waar geen toiletpapier aanwezig was.
Ik wachtte daarom net zolang tot ik niemand meer hoorde en besloot met mijn broek op de enkels snel van het rechterhokje naar het linkerhokje te bewegen. Normaal gesproken natuurlijk geen probleem, maar ik was even vergeten dat er een gigantisch raam zit aan de kant van de wasbakken. Ik zwaaide maar even naar de beveiliger, die vanaf buiten precies op dat moment omhoog keek, voor ik dit debacle achter me kon laten.
Weet je wat echt irritant is? Moeten poepen in een uitgaansgelegenheid.
Moedige Haarlemmers: Kenau en Ripperda. Redacteur Marwa vraagt zich af wat zij hebben betekend voor Haerlems Bodem?