Klagen met Krouwels: Wat nou realiteit?

Iedere Haarlemmer heeft, zoals het een echte Hollander betaamt, tientallen dagelijkse ergernissen. Van het Hollandse weer (te koud! te warm! te nat!) tot toeristen die in de weg lopen: kabbelende koetjes- en kalfjesgesprekken kunnen er uren op voort. Haerlems Bodem-redacteur Joris Krouwels pleit ervoor deze ergernissen af en toe eens goed te ventileren, en uit zich deze keer over virtual reality.

In een drukke Spekstraat loopt een man met een gigantisch arsenaal aan technologie om zijn lijf: een grote zwarte virtual reality-bril, een pc-achtig kastje op zijn rug en de grootste oorwarmerkoptelefoon die je je kan voorstellen. Om hem heen staat wat publiek en een cameravrouw.

Hij is nu in een te gekke virtuele sprookjeswereld!”, zegt de cameravrouw terwijl de man wat om zich heen aan het grijpen is alsof hij een sfeerverhogende beroerte krijgt. “Met warmtebronnen, ijsjes en zachte stofjes prikkelen we hem voor een écht intense ervaring.” De man knijpt lachend een chocoladeijsje uit in zijn hand en aait anderhalve minuut een Minion-knuffel. “Ah ik zie het al,” roept de cameravrouw, “hij zit in het lieve pluizige eenhoornlevel!

Naar de maan met realiteit. In de mooiste stad van ons land. Net achter het meest toonaangevende plein van Haarlem. Dáár testen we een droomwereld. Alle zintuigen worden volledig in het ootje genomen. Ja dat is 2017. Realiteit? Wat nou realiteit? We spelen dagelijks op de Playstation met een Messi die er beter uit ziet dan Messi. Een gemiddelde bioscoopfilm? Zonder 3D-bril niet meer te volgen. En als de jeugd dan toch achter de schermpjes vandaan kruipt, dan tikken we elk weekend meer psychedelische drugs achterover dan ooit te voren. Controller in de hand, realitybril op, XTC naar binnen. Als we maar hard gaan, als we maar pieken.

En dat is eng. De realiteit is een slap aftreksel geworden van waar we ons elke dag aan blootstellen. De man doet zijn bril en koptelefoon af en zijn billen-pc wordt losgekoppeld. Zijn vingers plakken door de gesmolten chocolade ijs dat langzaam op de bruine tegels druppelt. Het publiek lacht en de man kijkt met een glazige blik om zich heen.

Waar kan ik mijn handen wassen? Ik moet zo weer terug naar mijn kantoorbaan. Hoe laat is het eigenlijk? Mijn vrouw en twee moeilijk opvoedbare kinderen wachten om zes uur op me met een pan spaghetti.” De show is voorbij en ik loop verder. In de zeldzame zonnegloed van deze augustus kijkt het mooiste meisje van Haarlem in mijn ogen. Volgens mij stopt ze zelfs even. In gedachten zoen ik haar beeldschone lippen. Voor een klein moment waan ik mij in het paradijs. Het meisje glimlacht, loopt de Grote Houtstraat in en het begint oer-Hollands te regenen. Verdomme. En nu blijkt mijn band ook nog lek!

Realiteit…

Heeft er iemand een pil of een bril voor me?

Illustratie: Shanne van Eerden 

Tekst

 
 

OOK LEUK

 

OOK LEUK

ADVERTENTIE

VOLG ONS

 
Vorige
Vorige

Klagen met Krouwels: Giel Beelen

Volgende
Volgende

Tom de Haan: Woede